Vlaamse ambtenaar eet steeds meer vegetarisch

Het aantal vegetarische maaltijden dat verkocht wordt in de restaurants van de Vlaamse overheid gaat in licht stijgende lijn. Vorig jaar werden twee procent meer warme schotels geserveerd dan in 2014, en twee procent meer koude schotels dan in 2015. Dat leert Vlaams volksvertegenwoordiger Bert Maertens uit cijfergegevens die hij opvroeg bij minister van Bestuurszaken Liesbeth Homans.

In 10 gebouwen van de Vlaamse overheid kunnen ambtenaren ’s middags van een maaltijd genieten. Hierbij hebben ze meestal de keuze tussen een warme of koude schotel, of een broodje. “Bij de warme schotels, bedroeg het aandeel verkochte vegetarische schotels in 2014 15 procent, vorig jaar bedroeg dit 17 procent. Ook het vegetarisch aandeel bij de koude schotels stijgt: in 2015 19 procent; vorig jaar 21 procent. In het restaurant van het Arenberggebouw blijkt maar liefst één op vier van de verkochte warme maaltijden vegetarisch; in 2015 was dat zelfs 31 procent, een absoluut record. Het Arenberggebouw huisvest enkele diensten van het departement Cultuur, Jeugd en Media, Sport Vlaanderen en het kabinet van minister Homans zelf. Of er een oorzakelijk verband is met het hoge aantal vegetarische maaltijden, is niet bekend”, lacht Bert Maertens.

Voedselverlies verder indijken

De Vlaamse overheid hecht veel belang aan duurzaamheid, ook in catering en meer specifiek in het cateringaanbod (seizoensgebonden groenten en fruit, vegetarische alternatieven, fair trade koffie, fruit van lokale bodem, ...). Eén van de facetten van duurzaamheid is het beperken van voedselverlies. “De beoogde doelstelling om het voedselverlies tegen 2020 met 15 procent terug te dringen werd nu al reeds ruimschoots behaald, met concrete resultaten zoals 18 procent minder verlies aan vaste voeding en 38 procent minder voedselverlies inzake soep”, aldus Bert Maertens. “Toch kunnen er nog maatregelen genomen worden, zoals bijvoorbeeld de klant zelf zijn warme groenten en aardappelen laten opscheppen. Door dit principe kiest de klant zelf zijn portiegrootte en is er 57 procent minder overschot op de borden, zo blijkt.”