Spoorverbinding Zeebrugge – LAR spaart jaarlijks 2.400 vrachtwagenritten uit

Door Bert Maertens op 7 maart 2018, over deze onderwerpen: Mobiliteit en Openbare Werken
Spoorverbinding Zeebrugge – LAR spaart jaarlijks 2.400 vrachtwagenritten uit

BRUGGE/KORTRIJK/MENEN – Een project met Vlaamse steun om containers per spoor te vervoeren tussen de haven van Zeebrugge en het transportcentrum LAR (Lauwe-Aalbeke-Rekkem) zal elk jaar minstens 2.400 vrachtwagenritten uitsparen. De Vlaamse subsidie strekt ertoe de eerste drie jaar het concurrentieel nadeel van het spoor ten opzichte van het wegvervoer grotendeels weg te werken. Dit leert Vlaams volksvertegenwoordiger Bert Maertens (N-VA) uit het antwoord op zijn parlementaire vraag over het onderwerp aan minister van Mobiliteit en Openbare Werken Ben Weyts (N-VA).

Minister Weyts en de Vlaamse havenbesturen ondersteunen projecten die vrachtvervoer van de weg halen en verschuiven naar de duurzamere waterweg of het spoor. “Daarbij geldt het principe van ‘een euro voor een euro’, waarbij de Vlaamse overheid en de havenbesturen elk instaan voor de helft van het budget. Met steun voor specifieke projecten kunnen we op korte termijn meer goederen op een milieuvriendelijkere manier transporteren. Maar zo verminderen we ook het aantal vrachtwagens op onze wegen en verkorten we de dagelijkse files”, legt Bert Maertens uit.

Haven van Zeebrugge aantrekkelijker maken

Eén van deze projecten is dat van CSP Zeebrugge Terminal. “Nu reeds fungeert de LAR als logistiek platform voor de regio Kortrijk-Doornik-Rijsel. De aanwezige spoorterminal speelt hierin een belangrijke rol. Voor de bediening van het (Noord-)Franse hinterland van de haven van Antwerpen bijvoorbeeld zijn er momenteel twee tot drie treinverbindingen per week met de LAR”, aldus Bert Maertens. “De uitbouw van een spoorverbinding met de haven van Zeebrugge moet toelaten om ook deze haven beter structureel te verbinden met het natuurlijke hinterland, onder meer Noord-Frankrijk. Dit moet de haven van Zeebrugge aantrekkelijker maken voor maritieme rederijen en de mogelijkheid bieden om bijkomende afvaarten aan te trekken.

De totale subsidie aan het project bedraagt 200.000 euro. De Vlaamse overheid en het havenbestuur van Zeebrugge betalen hiervan elk de helft. “De Vlaamse steun dient vooral om het kostennadeel van het spoorvervoer ten opzichte van het wegvervoer in de opstartfase weg te werken. In eerste instantie gaat het over een verschuiving van bestaande volumes van de weg naar het spoor. In een volgend stadium is het ook de bedoeling extra volumes aan te trekken. Na drie jaar zou het project rendabel moeten zijn”, verduidelijkt Bert Maertens. Het project startte op 1 januari 2018 en loopt tot 31 december 2020.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is