U bent hier
Spoorverbinding Zeebrugge – Dourges haalt jaarlijks 13.600 vrachtwagens van de weg

BRUGGE – Een project met Vlaamse steun om een spoorverbinding tussen de haven van Zeebrugge en Dourges (Pas-de-Calais) te realiseren, zal elk jaar 13.600 vrachtwagenritten uitsparen. De Vlaamse subsidie strekt ertoe het concurrentieel nadeel ten opzichte van het wegvervoer in de opstartfase grotendeels weg te werken. Dit vernam Vlaams volksvertegenwoordiger Bert Maertens (N-VA) na een parlementaire vraag hierover aan minister van Mobiliteit en Openbare Werken Ben Weyts (N-VA).
Minister Weyts en de Vlaamse havenbesturen ondersteunen projecten die vrachtvervoer van de weg halen en verschuiven naar de duurzamere waterweg of het spoor. “Daarbij geldt het principe van ‘een euro voor een euro’, waarbij de Vlaamse overheid en de havenbesturen elk instaan voor de helft van het budget. Met steun voor specifieke projecten kunnen we op korte termijn meer goederen op een milieuvriendelijkere manier transporteren. Maar zo verminderen we ook het aantal vrachtwagens op onze wegen en verkorten we de dagelijkse files”, legt Bert Maertens uit.
Belangrijk voor export naar Frankrijk en Spanje
Eén van deze projecten is dat van Novatrans. Novatrans wil een open spoorverbinding tussen Zeebrugge en Dourges opzetten. In de eerste fase voorziet men drie treinritten heen en terug per week. Volgend jaar zou dit opgetrokken worden naar vijf per week. “Een verbinding naar Dourges betekent een gemakkelijke en snellere verbinding naar Frankrijk in het algemeen en ook naar Spanje. Lading die nu per vrachtwagen de grens overgaat, zal per spoor gaan. Dit zorgt ervoor dat er meer lading in één keer kan worden vervoerd wat de attractiviteit van de haven van Zeebrugge verhoogt”, aldus Bert Maertens.
Mikken op langetermijneffect
De totale subsidie aan het project bedraagt 200.000 euro. De Vlaamse overheid en het havenbestuur van Zeebrugge betalen hiervan elk de helft. “De Vlaamse steun dient vooral om het kostennadeel van het spoorvervoer ten opzichte van het wegvervoer in de opstartfase weg te werken. In eerste instantie gaat het over een verschuiving van bestaande volumes van de weg naar het spoor. Op langere termijn wil men ook extra volumes aantrekken. Na drie jaar moet het project rendabel zijn. Deze drie jaren moet je als een overgangsperiode beschouwen die nodig is om de verladers en rederijen te overtuigen van het spoorvervoer als efficiënte, effectieve en duurzame oplossing voor het vervoer van containers t.o.v. het wegvervoer”, verduidelijkt Bert Maertens. Het project startte op 1 januari 2018 en loopt tot 31 december 2020.