DFDS Seaways NV transporteert auto’s per schip tussen Gent en Zeebrugge

Door Bert Maertens op 10 april 2018, over deze onderwerpen: Mobiliteit en Openbare Werken
Bert Maertens - foto: Anne Deknock

GENT/BRUGGE – De Vlaamse overheid en de havenbesturen van Zeebrugge en Gent ondersteunen DFDS Seaways NV om auto’s per binnenvaartschip te transporteren tussen Gent en Zeebrugge. De Vlaamse subsidie strekt ertoe de eerste drie jaar het concurrentieel nadeel van de binnenvaart ten opzichte van het wegvervoer grotendeels weg te werken. Dit leert Vlaams volksvertegenwoordiger Bert Maertens (N-VA) uit het antwoord op zijn parlementaire vraag over het onderwerp aan minister van Mobiliteit en Openbare Werken Ben Weyts (N-VA).

Minister Weyts en de Vlaamse havenbesturen ondersteunen projecten die vrachtvervoer van de weg halen en verschuiven naar de duurzamere waterweg of het spoor. “Daarbij geldt het principe van ‘een euro voor een euro’, waarbij de Vlaamse overheid en de havenbesturen elk instaan voor de helft van het budget. Met steun voor specifieke projecten kunnen we op korte termijn meer goederen op een milieuvriendelijkere manier transporteren. Maar zo verminderen we ook het aantal vrachtwagens op onze wegen en verkorten we de dagelijkse files”, legt Bert Maertens uit.

Nu worden er 110.000 tot 120.000 wagens (Volvo) over de weg vervoerd van Gent naar de haven van Zeebrugge. Een vrachtwagen kan 8 wagens meenemen en doet hier gemiddeld 1,5 uur over. Door deze wagens tussen beide havens over het water te vervoeren, kunnen er met één schip 220 wagens worden vervoerd, wat gemiddeld 6 tot 7 uren duurt”, aldus Bert Maertens.

DFDS Seaways NV ontvangt in totaal zo’n 200.000 euro subsidie. De Vlaamse overheid betaalt hiervan de helft; de havenbesturen elk 50.000 euro. “De steun dient vooral om het kostennadeel van de binnenvaart ten opzichte van het wegvervoer in de opstartfase weg te werken. DFDS Seaways wil niet alleen auto’s via binnenvaart transporteren, maar ook containers. Ze mikken erop jaarlijks 23.000 vrachtwagenritten te vermijden. In eerste instantie gaat het over een verschuiving van bestaande volumes van de weg naar de binnenvaart. In een volgend stadium is het ook de bedoeling extra volumes aan te trekken. Na drie jaar zou het project rendabel moeten zijn”, verduidelijkt Bert Maertens. Het project startte op 1 januari 2018 en loopt tot 31 december 2020.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is